Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarom zullen [35]zij den overvloed, [dien] zij [36]vergaderd hebben, [37]en hetgeen zij weggelegd hebben, aan [38]de beek der wilgen voeren. 35. Te weten de Moabieten. Hebreeuws, hij; te weten Moab. 36. Hebreeuws, gemaakt hebben. 37. Het Hebreeuwse woord komt van bezoeken of wegleggen. 38. Of, naar de beek der wilgen; te weten om het aldaar te verbergen. Anders: in het dal der Arabieren. en dan is dit de zin: De Arabieren, die zich bij de Assyriers zullen voegen, zullen de schatten der Moabieten helpen roven en zullen het wegvoeren.